None

Wat is de Holocaust?

Tijdens de Tweede Wereldoorlog vermoorden de nazi’s bijna zes miljoen Europese Joden. Deze genocide noemen we de Holocaust. Lees hier over de oorzaken en achtergronden, in welke fases de Holocaust verliep en wie de daders waren.

Koen Smilde

De termen Holocaust en Shoah

De term holocaust komt uit het oud-Grieks en betekent ‘brandoffer’. Al voor de Tweede Wereldoorlog werd het woord soms gebruikt om de dood van een grote groep mensen te omschrijven, maar sinds 1945 staat het bijna synoniem voor de moord op de Europese Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Daarom gebruiken we de term ‘de Holocaust’. Joden spreken ook wel van Shoah, wat Hebreeuws is voor ‘catastrofe’.

Oorzaken van de Holocaust

De Holocaust kent verschillende oorzaken. De meest directe oorzaak is dat de nazi’s de Joden wilden uitroeien en hiertoe in staat waren. Maar hun moordlust kwam niet uit het niets. De antisemitische nazi-ideologie moet gezien worden in een bredere context van eeuwenoude vijandigheid tegenover Joden, modern racisme en nationalisme.

Joden worden in Europa al honderden jaren gediscrimineerd en vervolgd, vaak om religieuze redenen. Zo werden ze verantwoordelijk gehouden voor de dood van Christus. In de Middeleeuwen moesten ze vaak buiten de gemeenschap wonen in aparte wijken of getto’s en waren ze uitgesloten van sommige beroepen. In tijden van onrust werden Joden vaak als zondebok aangewezen. Tijdens de pestepidemie rond 1350 werden Joden verdreven en vervolgd. In Rusland kwam het na de moord op Tsaar Alexander II in 1881 tot pogroms, geweldsuitbarstingen waarin Joden groepsgewijs werden mishandeld of vermoord. Met de opkomst van rassendenken in de negentiende eeuw ontstond het idee dat Joden een ander ras vormden en daarom niet tot ‘het volk’ of de natie behoorden.

In 1918 verloor Duitsland de Eerste Wereldoorlog. Rechtsextremisten gaven de Joden hiervan de schuld. Ook beschuldigden ze de Joden ervan kapitalistische uitbuiters te zijn, die over de rug van anderen profiteerden. Tegelijkertijd werden Joden ook als aanhangers van het communisme gezien. Door middel van een revolutie zouden ze de wereldmacht in handen willen krijgen.

Toch loopt er geen rechte lijn van het antisemitisme van de nazi’s naar de Holocaust. Hitler heeft in zijn boek Mein Kampf en in zijn toespraken altijd laten merken dat hij de Joden haatte en dat er geen plek voor hen in Duitsland was, maar een plan voor massamoord was er in het begin nog niet. De Holocaust kan het beste gezien worden als de uitkomst van een serie besluiten, die door de omstandigheden zijn beïnvloed.

In 1938 werden Poolse Joden Duitsland uitgezet en in 1940 werden Duitse Joden naar het bezette Polen en Frankrijk gestuurd, maar voor hun lot interesseerden de nazi's zich niet. Pas enige tijd na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog ontstaan binnen de nazi-top het idee en de mogelijkheid om alle Europese Joden te vermoorden. Het initiatief kwam soms van lager geplaatste nazi’s, die extreme oplossingen kozen voor de problemen waarmee ze geconfronteerd werden. Ook zorgde concurrentie tussen verschillende Duitse overheidsafdelingen voor steeds radicalere maatregelen tegen de Joden. Maar niets ging tegen de wens van Hitler in en hij nam uiteindelijk de besluiten.

Verdrijving van de Joden uit Duitsland

In de periode van 1933 tot 1939 maken de nazi’s de Joden het leven in Duitsland steeds verder onmogelijk. Joden zijn het slachtoffer van discriminatie, uitsluiting, beroving en geweld. De nazi’s vermoorden soms ook Joden, maar niet systematisch of met de intentie alle Joden te doden.

Het doel van de nazi’s is op dit moment vooral om de Joden uit Duitsland te verwijderen door hen te laten emigreren. Om dit aan te moedigen pakken ze de bestaanszekerheden van de Joden af. Joden mogen bepaalde beroepen niet meer uitoefenen. Ze mogen sommige cafés of openbare parken niet meer in. In 1935 worden de Neurenberger Rassenwetten afgekondigd. Het wordt Joden verboden te trouwen met niet-Joden. In de wet is ook vastgelegd dat Joden niet langer tot het Duitse volk behoren. Hierdoor worden ze officieel tweederangsburgers, met minder rechten dan niet-Joden.

In 1938 organiseren de nazi’s pogroms in heel Duitsland: de Kristallnacht. Joodse huizen, synagogen en winkels worden vernield en duizenden Joden worden in concentratiekampen gevangen gezet. Als in september 1939 de oorlog uitbreekt, zijn al zo’n 250.000 Joden vanwege het geweld en de discriminatie uit Duitsland gevlucht.

De Tweede Wereldoorlog: radicalisering van de Jodenvervolging

De Duitse inval in Polen in september 1939 luidt een nieuwe, radicalere, fase van de Jodenvervolging in. Emigratie is door de oorlog bijna niet meer mogelijk. De bezetting van Polen zorgt ervoor dat 1,7 miljoen Poolse Joden nu onder Duits gezag vallen. Zij worden ondergebracht in getto’s, Joodse woonwijken, die meer weg hebben van een gevangenis. Vaak delen meerdere gezinnen één woning. Er heerst honger en er is gebrek aan medische verzorging. De Joden mogen zonder toestemming het getto niet verlaten en moeten soms dwangarbeid verrichten. In de eerste maanden van de bezetting van Polen executeren de Duitsers bovendien duizenden Joodse en niet-Joodse burgers.

In deze periode hebben de nazi’s plannen om de Joden uit de bezette gebieden te deporteren naar reservaten in Polen, of na de geplande overwinning op de Sovjet-Unie naar diens grondgebied. Ook bestaat het idee de Joden te deporteren naar het eiland Madagaskar. Hierbij moet opgemerkt worden dat de naziplannen geen huisvesting of andere levensvoorzieningen omvatten en vaak wel het afpakken van hun bezit. De nazi’s rekenden dus op hoge sterfte onder de Joden.

Inval in de Sovjet-Unie: massa-executies van Joden

In juni 1941 valt Duitsland de Sovjet-Unie binnen. Hitler heeft verklaard dat er een vernietigingsoorlog gevoerd wordt tegen een ideologische vijand, het communistische regime. De legerleiding wordt duidelijk gemaakt dat oorlogsmisdaden niet bestraft zullen worden en dat ze van misdaad verdachte personen zonder proces mogen executeren. Door de inwoners van de Sovjet-Unie te verdrijven, te vermoorden of te laten verhongeren, willen de Duitsers Lebensraum creëren: een kolonie voor Duitsers.

Achter de Duitse militaire linies zijn Einsatzgruppen actief. Dit zijn speciale moordeenheden met de taak communistische functionarissen, partizanen en Joodse mannen in de leeftijd van 15-60 jaar te doden. De acties zijn officieel bedoeld om verzet te voorkomen. Vanaf augustus 1941 doden de Einsatzgruppen met regelmaat ook oude mensen, vrouwen en kinderen. Met zogenaamde ‘vergeldingen’ hebben de moordpartijen dus niets van doen.

De Joden in de bezette gebieden krijgen doorgaans het bevel zich te melden op een centraal punt, vaak onder het voorwendsel van deportatie, of worden bijeengedreven tijdens razzia’s. Daarna voeren de nazi’s hen naar een afgelegen plaats waar ze geëxecuteerd worden. Alleen al in 1941 worden bijna 900.000 Sovjet-Joden op deze manier vermoord.

Het besluit tot genocide

Het is onder historici omstreden wanneer Hitler precies besloten heeft dat alle Europese Joden gedood moeten worden. Een document met een ondertekend bevel bestaat niet. Wel kan uit andere bronnen en gebeurtenissen met grote waarschijnlijkheid afgeleid worden dat ergens in de tweede helft van 1941 het besluit genomen is. 

Massamoord is een extreem alternatief voor de eerdere deportatieplannen. De oorlog maakt het onmogelijk Joden naar Madagaskar te deporteren. Ook het plan om de Joden verder naar het oosten te verdrijven blijkt onuitvoerbaar omdat de overwinning op de Sovjet-Unie uitblijft. En dan neemt de ‘eindoplossing van het Jodenvraagstuk’ de vorm aan van volkerenmoord. Tijdens de Wannseeconferentie, op 20 januari 1942, bespreken nazifunctionarissen de uitvoering van de geplande moord op de elf miljoen in Europa levende Joden.

Aktion Reinhard: de eerste vernietigingskampen

Eind 1941 zijn de nazi’s al begonnen met de voorbereidingen van de moord op de ruim twee miljoen Joden die wonen in het Generaal-gouvernement, het bezette deel van Polen. Ook in andere bezette en geannexeerde gebieden van Oost-Europa experimenteren de nazi’s met massamoord. In Chelmno gebruiken ze voor het eerst gas bij het vermoorden van Poolse Joden. Deze methode is sneller en wordt gezien als minder ‘belastend’ voor de betrokken SS-ers dan het doodschieten van mensen.

Onder de codenaam Aktion Reinhard bouwen de nazi’s meerdere vernietigingskampen: Belzec, Sobibor en Treblinka. Hier worden de slachtoffers direct na aankomst vermoord in gaskamers met de uitstoot van dieselmotoren.

De vernietigingskampen hebben als enige functie om mensen te doden. Slechts een klein aantal Joden wordt in leven gehouden om te helpen bij het moordproces. In november 1943 eindigt Aktion Reinhard. De kampen worden ontmanteld en de lichamen van de slachtoffers opgegraven en verbrand. Daarna plaatsen de nazi’s bomen op het terrein om hun misdaden uit te wissen. Tijdens Aktion Reinhard zijn minstens 1,7 miljoen Joden vermoord.

Deportaties uit Europa naar Auschwitz

Vanaf het midden van 1942 beginnen de Duitsers met het deporteren van Joden uit de bezette gebieden in West-Europa. De besluitvorming en dynamiek hierachter verschilt van land tot land, evenals de slachtofferaantallen. Uit Nederland worden 104.000 Joden weggevoerd, in België en Frankrijk liggen deze cijfers relatief en absoluut lager. Hier zijn verschillende redenen voor.

In volgepropte veewagons worden de Joden per trein weggevoerd naar Oost-Europa. De meesten van hen komen in het kamp Auschwitz-Birkenau terecht, maar ook in andere concentratie- of vernietigingskampen. Van de 101.800 vermoorde Nederlandse Joden worden er 34.000 in Sobibor gedood.

Auschwitz-Birkenau is zowel een werkkamp als een vernietigingskamp. Dit betekent dat de Joden bij aankomst geselecteerd worden op leeftijd, gezondheid en vermogen om te kunnen werken. Wie niet fit genoeg is wordt direct vergast. De anderen moeten onder barbaarse omstandigheden dwangarbeid verrichten. Het werk is enorm zwaar, het weinige voedsel is slecht van kwaliteit, de hygiëne is slecht en Joden worden vaak mishandeld. Dit wordt daarom ook wel ‘vernietiging door arbeid’ genoemd.

Ook uit andere bezette delen van Europa worden Joden gedeporteerd. In 1943 en 1944 komen deportaties op gang in de bezette delen van Italië, Hongarije, Griekenland en de Balkan. Pas als de geallieerden eind 1944 Duitsland naderen, komt de Jodenvervolging langzaam tot een halt. In de laatste maanden van de oorlog sterven nog duizenden Joden en andere gevangenen tijdens ‘dodenmarsen’, als de Duitsers de concentratiekampen evacueren om te voorkomen dat de gevangenen in handen vallen van de geallieerde troepen. Zelfs na hun bevrijding sterven er nog mensen door ondervoeding, ziekte en uitputting.

De andere slachtoffers van de nazi’s

De nazi’s vermoordden tijdens de oorlog niet alleen Joden. Ook politieke tegenstanders, Jehova’s getuigen, gehandicapten, homoseksuelen, Slavische bevolkingsgroepen en Roma en Sinti werden op grote schaal vermoord. Toch neemt de moord op de Europese Joden een bijzondere plaats in. Zij zijn getalsmatig de grootste slachtoffergroep. Daarnaast probeerden de nazi’s om het gehele Joodse volk uit te roeien.

De enige bevolkingsgroep waar deze intentie van volledige vernietiging ook bestond zijn de Roma en Sinti, al waren de nazi’s iets minder fanatiek bij hun vervolging. 200.000 - 500.000 Roma en Sinti uit Duitsland en de bezette gebieden zijn vermoord door de nazi’s. Deze massamoord noemen de Roma en Sinti porajmos, ‘de verslinding’. 

Wie waren de daders?

De hoofddaders van de Holocaust waren de nazi’s die de massamoord planden en uitvoerden. Maar zonder de steun en hulp van miljoenen Duitsers en anderen hadden ze dit nooit kunnen doen. Vrijwel alle overheidsinstanties waren in meer of mindere mate medeplichtig. Uit de bevolking kwam weinig protest, al moet hierbij opgemerkt worden dat het Derde Rijk een dictatuur was, waar mensen niet vrijuit konden spreken.

De bondgenoten van nazi-Duitsland maakten zich in veel gevallen schuldig aan het vermoorden van Joden door dit zelf te doen of hen over te dragen aan de Duitsers. In sommige situaties gebeurde dit onder Duitse druk of deporteerden ze geen staatsburgers, maar alleen Joden met een buitenlandse nationaliteit.

In alle bezette gebieden waren talloze collaborateurs, die Joden aangaven bij de Duitsers of hielpen bij het opsporen van ondergedoken Joden. Ook volgden overheidsinstanties vaak de bevelen van de Duitsers op en werkten zij mee aan het oppakken en deporteren van Joden. Soms hoopten ze hierbij ‘erger te voorkomen’, maar dit had vaak fatale gevolgen voor de Joden. In Oost-Europa waren er mensen die de kant van de Duitsers kozen om samen met hen tegen het gehate Sovjet-regime te vechten. De Duitsers rekruteerden onder Sovjet-krijgsgevangenen soms personeel voor de vernietigingskampen, voor wie dit de enige manier was om aan de dood te ontkomen.

Collaboratie vond om verschillende redenen plaats. Antisemitische ideeën speelden hierbij vaak een rol, maar niet altijd. Mensen wilden bijvoorbeeld persoonlijke rekeningen vereffenen. Anderen gaven uit hebzucht Joden aan en hoopten hun bezittingen te kunnen inpikken. Soms weerhield de angst voor de Duitsers mensen ervan hulp te bieden.

Wie wisten van de Holocaust?

Het is moeilijk vast te stellen hoeveel mensen tijdens de oorlog wisten dat de Joden werden vermoord. Weinigen zullen de volle omvang van de nazimisdaden beseft hebben. Toch wist de bevolking in veel gevallen wel iets.

In Duitsland was het plan om alle Joden te vermoorden officieel geheim, maar door het enorme aantal betrokkenen deden al snel talloze geruchten de ronde. In het oosten gelegerde soldaten schreven over de executies in hun brieven aan het thuisfront en maakten ook foto’s. Ook waren veel mensen betrokken bij het verwerken van de Joodse bezittingen die na de deportatie achterbleven.

Over de vernietigingskampen wisten de Duitsers minder. Het bestaan ervan werd bewust geheim gehouden voor de buitenwereld. De lokale bevolking in de buurt van executieplaatsen, getto’s en kampen wist echter wel wat er gebeurde. In de rest van de bezette gebieden was deze kennis minder aanwezig, hoewel het duidelijk was dat ook de zogenaamde ‘werkkampen’, waar de Joden naartoe gedeporteerd werden, weinig goeds beloofden.

In de geallieerde landen werd vanaf 1942 bericht over het vermoorden van Joden, maar dit bleef beperkt, mede omdat nieuws vaak uit tweede of derde hand kwam en met grote vertraging de andere kant van de oceaan bereikte. Daarbij komt dat de nazimisdaden zo groot waren, dat weinigen zich konden voorstellen dat de berichten niet overdreven waren. Pas toen de geallieerden de concentratie- en vernietigingskampen bevrijdden, besefte de wereld ten volle welke misdaad zich voltrokken had.


Bibliografie
  • Arad, Yitzhak, ‘”Operation Reinhard”: Extermination Camps of Belzec, Sobibor and Treblinka,’ Yad Vashem Studies XVI, (Jerusalem: Yad Vashem 1984) 205-239.
  • Benz, Wolfgang, Der Holocaust (München: C.H. Beck 2005, 6e druk).
  • Browning, Christopher, The Origins of the Final Solution: The Evolution of Nazi Jewish Policy, September 1939-March 1942 (Lincoln: University of Nebraska Press 2004).
  • Cesarani, David, Final Solution: The Fate of the Jews 1933 - 1949 (Londen: Macmillan 2016).
  • Evans, Richard J., The Third Reich at War (Londen: Allen Lane, 2008).
  • Friedländer, Saul, Nazi Germany and the Jews. Vol. I: The Years of Persecution, 1933-1939 (New York: HarperCollins 1997).
  • Friedländer, Saul, Nazi Germany and the Jews. Vol.II: The Years of Extermination, 1939-1945 (Londen: Wiedenfeld & Nicholson 2007).
  • Fritzsche, Peter, Life and Death in the Third Reich (Cambridge: Belknap Press/Harvard University Press 2008).
  • Gerlach, Christian, The Extermination of the European Jews (Cambridge: Cambridge University Press 2016).
  • Kuwalek, Robert, Das Vernichtungslager Belzec (Berlijn: Metropol Verlag 2013).
  • Laqueur, Walter, The Terrible Secret. Suppression of the Truth About Hitler’s “Final Solution” (New York: Owl Books 1998).
  • Longerich, Peter, Holocaust: The Nazi Persecution and Murder of the Jews (Oxford: Oxford University Press 2010).
  • Novick, Peter, The Holocaust and Collective Memory (Londen: Bloomsbury 2001).
  • Pohl, Dieter, Holocaust. Die Ursachen – das Geschehen – die Folgen (Freiburg: Herder 2000).
  • Snyder, Timothy, Bloodlands. Europe Between Hitler and Stalin (New York: Basic Books 2010).
  • Wachsmann, Nikolaus, KL: A History of the Nazi Concentration Camps (New York: Farrar, Straus and Giroux 2015).
Noten
  1. Longerich, Holocaust, 127
  2. Idem, 148
  3. Gerlach, Extermination, 70.
  4. Arad, ‘Operation Reinhard'. Dit getal is een conservatieve schatting. Andere bronnen noemen aantallen tot boven de twee miljoen.