Hitler werd geboren in 1889 in Oostenrijk. Hij ontwikkelde zijn politieke ideeën in Wenen, een stad met een grote Joodse gemeenschap. Daar woonde hij van 1907 tot 1913. Wenen had toen een burgemeester die zeer anti-Joods was en Jodenhaat was erg gangbaar in de stad.
In de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) was Hitler soldaat in het Duitse leger. Aan het eind van de oorlog kon hij zich, net als veel andere Duitse soldaten, niet over de nederlaag van het Duitse keizerrijk heen zetten. De Duitse legerleiding verspreidde de mythe dat het leger de oorlog niet op het slagveld had verloren, maar door verraad. Door een 'dolkstoot in de rug', zoals dat toen werd genoemd. Hitler geloofde in deze mythe: Joden en communisten hadden het land verraden en een linkse regering aan de macht gebracht die de strijd wilde staken.