Waarom haatte Hitler de Joden?

Hitler heeft de Jodenhaat niet uitgevonden. Hij gebruikte de antisemitische ideeën die al lang bestonden.

Hitler werd geboren in 1889 in Oostenrijk. Hij ontwikkelde zijn politieke ideeën in Wenen, een stad met een grote Joodse gemeenschap. Daar woonde hij van 1907 tot 1913. Wenen had toen een burgemeester die zeer anti-Joods was en Jodenhaat was erg gangbaar in de stad. 

In de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) was Hitler soldaat in het Duitse leger. Aan het eind van de oorlog kon hij zich, net als veel andere Duitse soldaten, niet over de nederlaag van het Duitse keizerrijk heen zetten. De Duitse legerleiding verspreidde de mythe dat het leger de oorlog niet op het slagveld had verloren, maar door verraad. Door een 'dolkstoot in de rug', zoals dat toen werd genoemd. Hitler geloofde in deze mythe: Joden en communisten hadden het land verraden en een linkse regering aan de macht gebracht die de strijd wilde staken.

Door de Joden de schuld te geven van de nederlaag, creëerde Hitler een vijandbeeld. Het verslagen Duitsland verkeerde in de jaren ‘20 en begin jaren ‘30 van de vorige eeuw ook nog in een grote economische crisis. Volgens de nazi’s was het verbannen van de Joden uit de samenleving de oplossing voor de problemen in Duitsland. 

Met deze politieke boodschap en de belofte om van Duitsland een economisch sterk land te maken won Hitlers partij de verkiezingen in 1932. Toen hij aan de macht was gekomen, kwamen er steeds meer wetten en maatregelen speciaal gericht tegen de Joden. Dit liep uit op de Sjoa, de Holocaust, de moord op zes miljoen Europese Joden.

Lees meer over de Jodenhaat van Hitler