None

De authenticiteit van het dagboek van Anne Frank

Op sociale media circuleren berichten dat het dagboek van Anne Frank voor een deel met balpen is geschreven. Deze bewering klopt niet. Alle beweringen dat het dagboek een vervalsing is en dat het door anderen dan Anne Frank zelf is geschreven zijn leugens.

‘Het rapport van het Nederlands Gerechtelijk Laboratorium heeft overtuigend aangetoond dat beide versies van het dagboek van Anne Frank in de jaren 1942 tot 1944 door haar zijn geschreven. De beweringen dat het dagboek het werk is van iemand anders (...) worden daarmee onomstotelijk weerlegd.’

Heeft Anne Frank met een balpen geschreven?

Nee. Anne Frank heeft haar dagboek geschreven met een vulpen en met potlood. Uit documentenonderzoek van het Nederlandse Gerechtelijk Laboratorium op verzoek van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie (RIOD, vanaf 1999 Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) geheten, is gebleken dat het grootste deel van het dagboek en de losse vellen met grijsblauwe vulpeninkt zijn geschreven. Daarnaast gebruikte Anne ook dunne rode inkt, groene en rode kleurpotloden en zwart potlood voor haar aantekeningen. Maar geen balpen.

De oorsprong van de 'balpen-mythe'

In 1959 is het dagboek onderzocht op echtheid. Bij dat onderzoek heeft een grafologe een paar notities tussen de originele pagina's van het dagboek laten zitten. In 1980 werden deze notities ontdekt door het Duitse Bundeskriminalamt (BKA) tijdens een onderzoek naar de gebruikte papiersoorten en inkt in het dagboek. Maar in zijn rapport daarover wekte het BKA de indruk dat in het dagboek zelf "ballpointcorrecties zijn aangebracht". En omdat die balpeninkt pas sinds 1951 in gebruik is, is dat rapport door holocaustontkenners aangegrepen als het bewijs dat het hele dagboek pas na de Tweede Wereldoorlog is geschreven. In juli 2006 verklaarde het BKA alsnog, dat het onderzoek uit 1980 niet kan worden gebruikt om de authenticiteit van het dagboek in twijfel te trekken.

‘Momenteel lopen er vier rechtszaken in West-Duitsland, twee in Hamburg en twee in Frankfurt, over beschuldigingen dat het dagboek een vervalsing is. Ik heb dit in 1961 bestreden en gewonnen, maar dezelfde beschuldigingen worden nog steeds geuit en ik moet er steeds opnieuw tegen vechten.’

Ontkenningen van de echtheid van het dagboek

Door de jaren heen hebben verschillende mensen de bewering verpreid dat het dagboek van Anne Frank een vervalsing is. Tot aan zijn dood voerde Otto Frank rechtszaken en juridische stappen tegen deze 'ontkenners'. Na zijn overlijden in 1980 werd deze taak overgenomen door de Anne Frank Stichting en het Anne Frank Fonds.

Politieke agenda

De aanvallen op de authenticiteit van het dagboek moeten in een breder perspectief worden gezien. Mensen die hebben beweerd, of nog steeds beweren, dat het dagboek niet echt is, hebben een politieke agenda. Ze zeggen of schrijven ook vaak dat de Holocaust nooit heeft plaatsgevonden. Of ze proberen te bewijzen dat er in Auschwitz geen gaskamers waren en dat het cijfer van zes miljoen vermoorde Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog overdreven is.

Door de Holocaust te ontkennen of te bagatelliseren, proberen mensen het nationaal-socialistische systeem vrij te pleiten en te rehabiliteren. Of ze zaaien twijfel over het lot van de Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog om  het bestaansrecht van de staat Israël ondermijnen.

Het dagboek van Anne Frank is een belangrijk document over de Holocaust en sinds de Tweede Wereldoorlog is Anne Frank het bekendste symbool van de Jodenvervolging. Omdat Anne Frank en haar dagboek aandacht trekken, worden ze uitgekozen als doelwit.

Televisie en internet

In Europa en Noord-Amerika is de verspreiding van materiaal waarin de authenticiteit van het dagboek van Anne Frank wordt aangevallen – en vaak de Holocaust wordt ontkend – het werk van weinigen. Maar hun boodschap heeft door internet een groot bereik. Serieuze wetenschappers die twijfelen aan het feit dat de Holocaust heeft plaatsgevonden of dat het dagboek van Anne Frank echt door haar is geschreven, zijn er niet. Maar in het Midden-Oosten is de ontkenning van de Holocaust steeds meer een wapen geworden in de strijd tegen Israël, en op televisie en internet worden op grote schaal leugens over de Holocaust naar voren gebracht. Veel kinderen in het Midden-Oosten leren op school dat het dagboek van Anne Frank een vervalsing is. Via satelliettelevisie, websites en sociale media bereiken deze leugens ook de westerse wereld.

Mensen die materiaal verspreiden waarin de Holocaust wordt ontkend of het dagboek van Anne Frank wordt aangevallen, hebben op internet en sociale media middelen om hun ideeën zeer wijd te verspreiden. Elke internetgebruiker kan er, meestal ongewild, mee worden geconfronteerd. Daarom wil de Anne Frank Stichting alle beschikbare middelen – en dus ook onze website – inzetten om de leugens over het dagboek van Anne Frank te weerleggen.

Holocaustontkenner Faurisson bezoekt Otto Frank

In oktober 1993 werd Fritzi Frank-Markowitz geïnterviewd door Wouter van der Sluis, een onderzoeker en filmmaker van de Anne Frank Stichting. Fritzi Frank was de weduwe van Otto Frank. Zij overleed in 1998. In het interview vertelt ze over het bezoek van Robert Faurisson, een beruchte Holocaustontkenner. Faurisson ontkent het bestaan ​​van gaskamers en betwist de echtheid van het dagboek van Anne Frank. Maar volgens Fritzi Frank zei hij toen hij het dagboek bekeek: 'Het zal heel moeilijk worden om te bewijzen dat het dagboek een vervalsing is.'

Robert Faurisson bezoekt Otto en Fritzi Frank. Interview met Fritzi Frank-Markovits.

Vijf nieuwe dagboekpagina's

In 1998 doken vijf voorheen onbekende pagina's uit het dagboek van Anne Frank op. Het waren vijf losse bladen die Otto Frank al voor de publicatie van het dagboek in 1947 apart had gelegd. Otto Frank wilde deze dagboekfragmenten naar alle waarschijnlijkheid niet openbaar maken vanwege Annes nogal kwetsende opmerkingen over zijn in Auschwitz omgekomen eerste vrouw en hun huwelijk.

Ze werden onderzocht en er was geen enkele reden om aan te nemen dat de vijf geretourneerde losse vellen niet door Anne Frank zijn geschreven. De vijf pagina's werden voor het eerst opgenomen in de vijfde verbeterde en uitgebreide druk van De Dagboeken van Anne Frank (2001).

Wat voor onderzoek is er gedaan naar de authenticiteit van het dagboek?

Vanwege de aanhoudende beschuldigingen tegen het dagboek van Anne Frank in de jaren '60 en '70 is, mede op initiatief van Otto Frank, een aantal onderzoeken gedaan naar de authenticiteit van het dagboek.

Het meest uitgebreide onderzoek is in de eerste helft van de jaren '80 uitgevoerd door het Nederlands Gerechtelijk Laboratorium op verzoek van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie (RIOD). De resultaten van dit onderzoek zijn neergelegd in een rapport van ruim 250 pagina's. Het grootste deel van het rapport wordt in beslag genomen door de bevindingen van een gedetailleerde handschriftvergelijking, maar er is ook een forensisch documentenonderzoek uitgevoerd. De Dagboeken van Anne Frank, de zogenaamde kritische editie van het RIOD in 1986, bevat een 65 pagina's tellende samenvatting van het rapport van het Gerechtelijk Laboratorium.

Het NIOD concludeert: "Het rapport van het Nederlands Gerechtelijk Laboratorium heeft overtuigend aangetoond dat de beide versies van het dagboek van Anne Frank in de jaren 1942 - 1944 door haar zijn geschreven. De aantijgingen dat ze door iemand anders (al of niet na de oorlog) zouden zijn vervaardigd, zijn daarmee afdoende weerlegd."

Duits onderzoek

Vóór het onderzoek van het Gerechtelijk Laboratorium in de jaren tachtig was er ook al eerder onderzoek gedaan. In 1959 zijn de manuscripten van Anne Frank onderzocht door grafologen (handschriftdeskundigen) in Duitsland, ter voorbereiding op een rechtszaak die was aangespannen door Otto Frank.

In maart 1960 kwamen de Hamburgse grafologen in hun 131 pagina's tellende rapport tot de conclusie dat alle aantekeningen in de dagboeken en de losse vellen, en alle correcties en toevoegingen, 'identiek' waren aan het handschrift van Anne. Het rapport concludeert ook dat de losse vellen niet vóór de drie dagboekboeken zijn geschreven. Tenslotte wordt geconcludeerd dat "(...) de als Das Tagebuch der Anne Frank in de Duitse vertaling verschenen tekst naar inhoud en gedachten als authentiek gekarakteriseerd moet worden."

In Duitsland vond in 1980 ook nog een zeer beperkt onderzoek plaats, eveneens ter voorbereiding op een rechtszaak, ditmaal uitgevoerd door het Bundeskriminalamt (BKA) in Wiesbaden. Het BKA kwam tot de conclusie dat alle gebruikte soorten papier en inkt vóór 1950 waren vervaardigd, en dus in de oorlogsjaren konden zijn gebruikt.

Wie beweren dat het dagboek van Anne Frank een vervalsing is?

Op een paar misleide zonderlingen na vallen alle mensen (en groepen mensen), die serieus beweren dat het dagboek van Anne Frank of delen daarvan een vervalsing zijn in de categorie holocaustontkenners.

Het zijn mensen die door middel van een aanval op het dagboek proberen twijfel te zaaien over het feit dat de Holocaust werkelijk heeft plaatsgevonden, dat er tijdens de Tweede Wereldoorlog zes miljoen joden zijn vermoord en dat de nazi's ooit gaskamers hebben gebouwd. Het zijn mensen met een politiek doel: door de Holocaust te ontkennen of te bagatelliseren proberen zij te bewijzen of aannemelijk te maken dat het nazisme een veel minder kwaadaardig systeem was (en is) dan iedereen denkt. Omdat het dagboek van Anne Frank een toegankelijke introductie vormt tot de Holocaust voor mensen over de hele wereld, en vaak gebruikt wordt op scholen, is het een geliefd doelwit voor deze oude en nieuwe nazi's.

Historisch revisionisme

Holocaustontkenners - ook wel negationisten genoemd - zijn er in alle soorten en maten. Sommigen hullen zich in een wetenschappelijke mantel: ze noemen zichzelf revisionisten of historisch revisionisten. Met pseudowetenschappelijke argumenten proberen zij de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog te herzien. Een van de meest vertaalde en verspreide revisionistische teksten over het dagboek van Anne Frank is de "studie" van de Franse wetenschapper Robert Faurisson, die in 1978 verscheen onder de titel Le Journal d'Anne Frank est-il authentique? (Het dagboek van Anne Frank: is het authentiek?). Faurisson is herhaaldelijk veroordeeld tot boetes en gevangenisstraffen voor de verspreiding van de lasterlijke bewering dat er in de Tweede Wereldoorlog geen gaskamers hebben bestaan, en voor het aanzetten tot discriminatie en rassenhaat.

Anti-zionisme

Holocaustontkenning vindt niet alleen plaats in de westerse wereld, maar ook - en de laatste jaren steeds meer - in het Midden-Oosten. Daar wordt het vooral gebruikt als wapen in de strijd tegen de staat Israël. Het zaaien van twijfel over het lot van de Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog, en het verkondigen dat het dagboek van Anne Frank niet authentiek is, wordt vooral gedaan om te "bewijzen" dat de Holocaust "zionistische propaganda" is. Zo probeert men het bestaansrecht van de staat Israël te ondermijnen. In Iran is de ontkenning van de Holocaust zelfs een officiële staatsideologie, maar ook in de Arabische wereld - en in toenemende mate in Turkije - worden holocaustontkenners in de media gepresenteerd als serieuze wetenschappers. Het is overigens wel opvallend hoeveel van de revisionistische teksten die in het Midden-Oosten circuleren (op internet en elders) van Europese of Amerikaanse oorsprong zijn.

Waarom zouden mensen niet mogen beweren dat het dagboek een vervalsing is?

Vrijheid van meningsuiting is een belangrijk mensenrecht in elke democratische samenleving. Het betekent dat elk individu vrij is om in het openbaar allerlei ideeën, meningen en standpunten te uiten, zonder voorafgaande censuur van een overheid. Maar vrijheid van meningsuiting betekent niet dat iedereen ongestraft in het openbaar alles mag zeggen of roepen. Net als alle andere fundamentele mensenrechten zijn er ook aan de vrijheid van meningsuiting grenzen die niet overschreden mogen worden. Het aanzetten tot haat, moord of geweld en het verspreiden van smaad zijn strafbaar. Het verspreiden van aantoonbare onwaarheden over het dagboek van Anne Frank is niet alleen uiterst beledigend voor de direct betrokkenen, maar ook discriminerend en kwetsend voor alle slachtoffers van de Holocaust en hun nabestaanden.

Rechtmatig of onrechtmatig

Pas nadat een uiting is gedaan, kan een rechter beslissen of deze onrechtmatig is. Op dit punt hebben de Verenigde Staten en de landen van de Europese Unie zeer verschillende tradities. In de Verenigde Staten zal niet zo snel een grens worden gesteld aan de vrijheid van meningsuiting. Niet voor niets staat in het First Amendment van de Amerikaanse grondwet dat er geen wetten gemaakt mogen worden die deze vrijheid onnodig beperken.

In Europa worden eerder grenzen aan de vrijheid van meningsuiting gesteld, als het recht op bescherming tegen discriminatie in het geding is. Terwijl de ontkenning van de Holocaust in de VS niet illegaal is, zijn er in Duitsland, Frankrijk en enkele andere Europese landen wetten die het verspreiden van leugens over "Auschwitz" - en dus ook leugens over het dagboek van Anne Frank - strafbaar stellen. Een aanzienlijk deel van de boeken en websites waarin het dagboek van Anne Frank wordt aangevallen, komt dan ook uit de VS.

De Anne Frank Stichting keert zich tegen aanvallen op de authenticiteit van het dagboek

De Anne Frank Stichting heeft zich in verklaringen en geschriften, en in een aantal gevallen ook juridisch, verzet tegen aanvallen op de authenticiteit van het dagboek. In 1976 was de Anne Frank Stichting medeaanklager in de rechtszaak die Otto Frank tegen Heinz Roth aanspande bij de rechtbank in Frankfurt (zie vorige paragraaf).

Vrij Historisch Onderzoek

Samen met andere organisaties is de Anne Frank Stichting naar de rechter gestapt tegen het revisionistische postorderbedrijf Vrij Historisch Onderzoek (VHO), een van de belangrijkste distributeurs in het Nederlandse taalgebied van materiaal waarin de Holocaust wordt ontkend en het dagboek van Anne Frank wordt aangevallen.

Het in Antwerpen (België) gevestigde Vrij Historisch Onderzoek verspreidde sinds 1985 het rapport Le Journal d'Anne Frank est-il authentique van Robert Faurisson en publiceert in 1991 het boekje Het dagboek van Anne Frank: een kritische benadering. Dit boekje bevatte het rapport van Faurisson en een inleiding van Siegfried Verbeke, uitgever van Vrij Historisch Onderzoek. Het boekje is ook ongevraagd naar bibliotheken en particulieren in Nederland gestuurd.

De Anne Frank Stichting startte samen met het Anne Frank Fonds in Basel een civiele procedure tegen Verbeke, Faurisson en Free Historical Research. Zij eisten een verbod op de verspreiding van het boekje in Nederland, op straffe van een boete van 25.000 gulden. In december 1998 stelde de Amsterdamse rechtbank de eisers in het gelijk en wees hun verbodsvordering toe, een vonnis dat in 2000 in hoger beroep werd bevestigd. Ook in België en Duitsland zijn rechtszaken gevoerd tegen Vrij Historisch Onderzoek, dat zijn activiteiten via internet sterk heeft uitgebreid.

Waarom is er zo weinig actie ondernomen tegen websites?

In de laatste decennia van de twintigste eeuw werd de authenticiteit van het dagboek van Anne Frank vooral in twijfel getrokken door boekjes, pamfletten en brochures van obscure nazi-uitgevers. Het overgrote deel van deze traktaten bereikte het grote publiek niet of nauwelijks. Maar met de komst van internet hebben verspreiders van Holocaustontkenningsmateriaal veel nieuwe mogelijkheden gekregen. Wie 'Anne Frank' intikt in een zoekmachine vindt niet alleen links naar websites met degelijke en betrouwbare informatie, maar kan ook geconfronteerd worden met websites waar leugens en onwaarheden over het dagboek worden gepresenteerd. En door het woord 'Holocaust' in te typen struikel je al snel over revisionistische websites. Internet is wat dat betreft niet alleen een prachtige, ongelooflijk grote bibliotheek, maar ook een mesthoop.

Juridische maatregelen zijn niet eenvoudig

De vraag wat de beste en meest effectieve manier is om holocaustontkenning en de verspreiding van leugens over het dagboek van Anne Frank op internet tegen te gaan, is ingewikkeld. Juridische maatregelen zijn niet eenduidig door de grensoverschrijdende werking van internet. Sommige revisionistische en neonazistische groeperingen maken gebruik van internetproviders buiten Europa om aan juridische stappen te ontkomen. De Verenigde Staten kennen een andere traditie van wettelijke bevoegdheden tegen smaad en laster, zodat holocaustontkenning niet gemakkelijk tot vervolging leidt.

Websites met tegenfeiten

Anderzijds is er een aantal websites gevestigd in de Verenigde Staten waar de "argumenten" van holocaustontkenners worden afgebroken (zie ook hieronder). Op deze sites ontkrachten feiten, cijfers en documenten de leugens van revisionistische rapporten, vanuit de filosofie dat feiten de beste en enige remedie zijn tegen het verspreiden van leugens.

Noten
  1. Anne Frank, De dagboeken van Anne Frank, ingel. door David Barnouw, Harry Paape en Gerrold van der Stroom ; met de samenvatting van het rapport van het Gerechtelijk Laboratorium, opgesteld door H.J.J. Hardy; tekstverzorging door David Barnouw en Gerrold van der Stroom, 5e  verbeterde en uitgebreide druk, Amsterdam: Bert Bakker i.s.m. het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie, 2001, p. 213.
  2. De dagboeken van Anne Frank, 2001, p. 103.
  3. BKA: Kriminaltechnisches Gutachten von 1980 begründet keine Zweifel an der Echtheit der Anne Frank-Tagebücher, 26 juli 2006, Presseportal Bundeskriminalamt

Meer informatie over Holocaustontkenning

Artikelen
  • Barnes, Ian R. - A revisionist historian manipulates Anne Frank's diary / Ian R. Barnes, Vivienne R.P. Barnes. - In : Patterns of Prejudice, 15 (1981) 1 (January), p. 27-32.
  • Barnouw, David. Attacks on the authenticity of the Diary. – In: The diary of Anne Frank : the critical edition / prep. by the Netherlands State Institute for War Documentation ; introd. by Harry Paape, Gerrold van der Stroom and David Barnouw ; with a summary of the report by the State Forensic Science Laboratory of the Ministry of Justice comp. by H.J.J. Hardy ; ed. by David Barnouw and Gerrold van der Stroom ; transl. by Arnold J. Pomerans and B.M. Mooyaart-Doubleday – New York, NY Doubleday, 1989. – p. 84-101.
  • Barnouw, David. The authenticity of Anne Franks Diary. - In: Jennifer Gariepy (ed.), Twentieth-Century Literary Criticism, Topics Volume 58. – Detroit, MI : Gale Research Inc., 1995. – p. 76- 84.
  • Kuttner, Paul. Anne Frank: The Diary of a Young Girl is a hoax. – In: The Holocaust: hoax or history? : The book of answers to those who would deny the Holocaust / Paul Kuttner. – New York, NY : Dawnwood Press, cop. 1996. – P.1-8.
Boeken
  • Evans, Richard J. Telling lies about Hitler : the Holocaust, history and the David Irving trial / Richard. J. Evans. - Londen [etc.] : Verso, cop. 2002.
  • Finkielkraut, Alain. The politics of negation : reflections on the question of genocide / Alain Finkielkraut ; transl. [from the French] by Mary Byrd Kelly ; with an introd. by Richard J. Golsan. - Lincoln, NE [etc.] : University of Nebraska Press, 1998. - (Texts and contexts).
  • Guttenplan, D.D. The Holocaust on trial : history, justice and the David Irving libel case / D. D. Guttenplan. - Londen : Granta Books, cop. 2001.
  • Kahn, Robert A. Holocaust denial and the law : a comparative study / Robert A. Kahn. - New York, NY [etc.] : Palgrave Macmillan, 2004.
  • Kuttner, Paul. The Holocaust : hoax or history? : The book of answers to those who would deny the holocaust / Paul Kuttner. - New York, NY : Dawnwood Press, 1997.
  • Lipstadt, Deborah. Denying the Holocaust : the growing assault on truth and memory / Deborah E. Lipstadt. - 2nd pr. - New York, NY : Free Press, cop. 1993.
  • Lipstadt, Deborah. History on trial : my day in court with David Irving / Deborah E. Lipstadt. - New York, NY : Ecco, cop. 2005.
  • Pelt, Robert Jan van. The case for Auschwitz : evidence from the Irving Trial / Robert Jan van Pelt. - Bloomington, [etc.] : Indiana University Press, cop. 2002.
  • Seidel, Gill. The Holocaust denial : antisemitism, racism & the new right / Gill Seidel. - Leeds : Beyond the Pale Collective, 1986.
  • Shermer, Michael. Denying the Holocaust : who says the Holocaust never happened and why do they say it? / Michael Shermer & Alex Grobman. - Berkeley, CA [etc.] : University of California Press, 2000.
  • Vidal-Naquet, Pierre. Assassins of memory : essays on the denial of the Holocaust / Pierre Vidal-Naquet ; transl. [from the French] and with a forew. by Jeffrey Mehlman. - New York, NY : Colombia University Press, 1992. - (European perspectives).
Websites
The Nizkor Project - Techniques of denial

Website die de technieken van holocaustontkenning bespreekt. Bevat een FAQ-sectie en details over het ontkennen van wetenschap, de giftigheid van waterstofcyanide, en verzinsels en verkeerde beeldvorming over de Holocaust.

Holocaust denial on trial

David Irving is een Britse schrijver en holocaustontkenner. Hij klaagde de Amerikaanse professor en schrijfster Deborah Lipstadt en haar Britse uitgever (Penguin Books Ltd.) aan wegens smaad. Het proces vond plaats in 2000 in Londen (Engeland) Hij verloor.