Terug

Rassenwetten van Neurenberg

15 september 1935 Neurenberg

Op 15 september 1935 voeren de nazi’s de Rassenwetten van Neurenberg in. Deze racistische wetten zijn gericht tegen de Joden in Duitsland, waardoor ze minder rechten krijgen dan andere inwoners van Duitsland.

In de wetten is vastgesteld wie Joods is en wie niet. Dit gaat op basis van afstamming. Als je drie of vier Joodse grootouders hebt, word je gezien als Joods. Joden gelden niet langer als staatsburgers en kunnen daarom geen aanspraak maken op bepaalde burgerrechten, mogen niet meer stemmen en kunnen niet voor de overheid werken.

Een ander onderdeel is de ‘Wet ter bescherming van het Duits bloed en de Duitse eer’. Deze verbiedt huwelijken tussen Joden en Duitsers. Daarnaast mogen Joden geen vrouwen van 45 jaar en jonger in dienst nemen in hun huishouden.

De omgang tussen Joden en niet-joden vinden de nazi’s afschuwelijk. In juli 1935 worden bijvoorbeeld Julius Wolff en zijn niet-joodse verloofde Christine Neemann door de SA in een optocht over straat in Norden meegenomen. Ze moeten borden meedragen met ‘Ich bin ein Rasseschänder’ (‘Ik onteer het ras’) en ‘Ik ben een Duits meisje en heb me door een Jood laten onteren’.

Christine wordt naar een concentratiekamp overgebracht en na een maand vrijgelaten. Julius wordt opgesloten in het concentratiekamp Esterwegen, maar wordt vrijgelaten en vlucht naar de Verenigde Staten.