Terug

Anne, Margot en Auguste gaan naar Bergen-Belsen

1 november 1944 Auschwitz - Bergen-Belsen

Op 30 oktober 1944 worden in het kamp Auschwitz-Birkenau ongeveer 1.000 vrouwen geselecteerd voor dwangarbeid in de Duitse oorlogsindustrie. Ze vertrekken in de nacht van 1 november. Anne, Margot en Auguste zijn daarbij. Edith gaat niet mee.

De trein waarin ze zitten komt twee dagen later aan in Bergen-Belsen. Dit is een concentratiekamp in Noord-Duitsland, waar krijgsgevangenen en Joden zijn opgesloten. Bergen-Belsen wordt ook gebruikt als doorgangskamp naar andere kampen.

De vrouwen komen in tenten terecht, maar die gaan na een paar dagen door een storm kapot. Hierna worden ze in barakken geplaatst waar heel weinig ruimte is. Het kamp is vuil, nat en koud. Mensen lijden honger, kunnen zich niet schoonhouden en krijgen besmettelijke en dodelijke ziektes zoals vlektyfus. Doordat er steeds meer Joodse gevangenen bijkomen raakt het kamp overvol en wordt het steeds erger.

Anne, Margot en Auguste ontmoeten verschillende Nederlandse vrouwen en ze proberen elkaar te helpen. Er is bijna niets bekend over wat ze precies meemaken in het kamp.