Discriminatie van moslims in het voortgezet onderwijs

Onderzoek naar aard en omvang van moslimdiscriminatie in het voortgezet onderwijs

Bijna tweederde van de docenten was in 2014 getuige van incidenten in de klas die zij in verband brengen met moslimdiscriminatie. Onderzoeksbureau Panteia onderzocht moslimdiscriminatie in het voortgezet onderwijs in opdracht van de Anne Frank Stichting en FORUM.

Achtergrond van dit onderzoek

Het onderzoek laat zien dat de docenten die te maken hebben met incidenten waarvan zij denken dat het moslimdiscriminatie is, vaak lesgeven in het praktijkonderwijs of op het vmbo buiten de grote steden.

Docenten gaven aan dat er bijvoorbeeld grappen werden gemaakt in het bijzijn van islamitische leerlingen. Daders zijn over het algemeen autochtone jongens, slachtoffers zijn meestal jongens van Marokkaanse of Turkse afkomst.  

Aanleidingen voor moslimdiscriminatie

Aanleiding voor een incident is meestal (media)aandacht voor overlast en crimineel gedrag van moslims. Ook aandacht voor terrorisme of terroristische organisaties in binnen- en buitenland zien docenten als mogelijke aanleiding van de incidenten.

Rapport Moslimdiscriminatie in het voortgezet onderwijs

Dit onderzoek geeft een duidelijk inzicht in de vormen en achtergronden van moslimdiscriminatie in de klas.