Terug

Waar we het allemaal voor doen

None

23 oktober 2017 — Garance-Reus Deelder, zakelijk directeur, over de bouwkundige vernieuwing, deel 2

Soms vergeet ik in alle drukte twee dingen: wat hebben we in dit traject allemaal al bereikt, en belangrijker: waar doen we het allemaal voor. Aan dat laatste werd ik herinnerd door een droevige gebeurtenis: het overlijden van onze geliefde burgemeester van Amsterdam, Eberhard van der Laan.

Het Anne Frank Huis stond onder meer stil bij zijn overlijden door in verschillende media een foto van enkele jaren geleden te publiceren van de burgemeester die in onze toenmalige groepenzaal, omringd door schoolkinderen, uit het dagboek van Anne Frank voorleest.  Het is heel verdrietig dat de burgemeester niet zal kunnen meemaken dat wij straks niet één, maar drie van zulke zalen hebben, waar duizenden (school)groepen jaarlijks zich zullen kunnen voorbereiden op hun bezoek aan het Anne Frank Huis. En waar zij na afloop kunnen reflecteren op hun bezoek en op de betekenis van de thema’s die in ons museum belicht worden voor het heden. 

Publieksservice

Het feit dat wij straks een garderobe zullen hebben lijkt niet zo spectaculair (noem eens een museum van enige omvang dat er geen heeft…), maar feit is dat wij 1,2 miljoen bezoekers  per jaar tot nu toe vragen hun jas aan te houden en hun tasjes of rugzakjes op hun buik te dragen om zo de collectie  (de boekenkast!) niet te beschadigen. Dat hoeven we straks niet meer te vragen; bezoekers kunnen straks hun jas inleveren en móeten hun tas inleveren. Dat is voor collectiebehoud, klimaatbeheersing (geen vochtige jassen meer binnen), veiligheid en publieksservice een hele verbetering. Dan heb ik het er nog niet eens over dat we straks eindelijk meer toiletten hebben voor onze bezoekers en over het zeer heugelijke feit dat we straks de geschriften van Anne Frank in een prachtige dagboekzaal kunnen presenteren die recht doet aan hun uniciteit en aan Annes schrijverschap…

Wereldklasse

Dat is het ‘licht’ aan het eind van de ‘tunnel’ waar we naar toe werken: een museum dat op alle fronten van wereldklasse is, zowel inhoudelijk als wat betreft de faciliteiten die we bieden. En daarvoor wil ik best nog een herfst en een winter een wat stoffig kantoor hebben, al realiseer ik me al te goed dat we een hele hoop vragen van onze medewerkers, de omgeving én af en toe van onze bezoekers. Alleen al omdat we bezoekers de komende drie maanden geen plek kunnen bieden waar ze met een kopje koffie rustig na kunnen praten over hetgeen ze ervaren hebben op deze historische plek. 

‘Lieu de mémoire’

Gelukkig is en blijft het Achterhuis het Achterhuis: een onveranderde, authentieke ‘lieu de mémoire’ ter herinnering aan en reflectie op de grote en kleine geschiedenis die het vertegenwoordigt.  Ik heb het grote voorrecht dat ik af en toe gewoon om 8 uur ’s ochtends  een rondje kan lopen door ons museum. Dan loop ik over de drukke bouwplaats, waar soms meer dan zestig mannen aan het afmonteren zijn en ik de vernieuwingen nauwelijks bij kan houden. Maar dan klim ik meestal ook even naar boven en stap ik door de boekenkast de in de tijd gestolde kamers van het Achterhuis in, die lege ruimtes die toch zo vol verhalen zitten. En dan valt alles weer op z’n plaats.   

Meer blogs